“Verblijd u in de Heere, allen tijd; wederom zeg ik: Verblijd u.”
— Filippensen 4:4
Kan dat wel? Altijd blij zijn?” In alle omstandigheden blij zijn? Hoe kan dat toch? Toch staat het er. Het is een Goddelijke opdracht. Het is niet een vrome wens, maar een bevel. De apostel herhaalt het zelfs. Hij voelt wel hoe tegenstrijdig het lijkt. Hij schrijft dit wel aan Gods kinderen in Filippi en aan al Gods kinderen van alle tijden en plaatsen. Zolang je ziel niet gered is, heb je geen enkele reden om blij te zijn. Al je blijdschap wordt tot eeuwige droefheid. Zolang je Christus verwerpt als je Zaligmaker is er geen enkele hoop. Maar als je Hem kent. Als het je verlangen is om Hem beter te kennen, zoals de apostel het schrijft in Filippensen 3. Ja, dan heb je reden om altijd blij te zijn. Nee, je voelt die blijdschap niet altijd. Je voelt vaak zelfs het tegenovergestelde. Maar je gevoel is niet de grond waarop je bouwen mag. Dat is het Woord, het werk en de belofte van Christus Zelf. Hij heeft beloofd dat Hij je nooit zal verlaten. Dat hij altijd bij je zal zijn. Hij heeft je schuld gedragen, je hel geblust. Hij is bezig om plaats voor je te bereiden in het Vaderhuis. Hij haalt je spoedig Thuis. Dan deel je in de eeuwige ongestoorde blijdschap in God. Wat is al het lijden van deze tijd vergeleken met die blijdschap? Wat is dit korte poosje hier op aarde vergeleken met de eeuwige vreugde die wacht. Als je in Christus bent, mag je altijd blij zijn. En spoedig zal je eeuwig blij zijn. Als je nog buiten Hem leeft, is het de hoogste tijd om tot Hem te vluchten. Hoe je ook bent, wie je ook bent. Je bent welkom. Hij nodigt je Zelf. Zijn Handen zijn naar je uitgestrekt. Wend je naar Mij toe en wordt behouden. Hij geeft het begin van de eeuwige vreugde in je hart. “Verblijd u dan ten allen tijde. Wederom zeg ik: ”Verblijd U.”
Door Ds. D.J. Budding