1 Hallelujah! O mijn ziel! prijs den HEERE.
2 Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
— Psalm 146: 1,2
Deze week wandelen we in een apotheek. Geef je ogen goed de kost, want in deze apotheek zijn de beste medicijnen te vinden. Als je je ziek voelt en naar de dokter gaat om hulp, moet je daarna vaak naar de apotheek om de kuur of de pilletjes op te halen. Maarten Luther noemt het Psalmenboek een geestelijke apotheek. De vraag is alleen of jij hulp nodig hebt…
‘Zelf doen’, zeggen vaak kleine kinderen als iets niet lukt. Ook ouderen zeggen dit. Als we ergens niet meer uitkomen, vragen we om hulp. In Psalm 146 is een dichter die heeft ervaren dat God helpt. Hij wil Hem groot maken omdat Hij zo getrouw en machtig is. Luister maar goed deze week! Hopelijk zit er wat voor je bij. In deze apotheek staat nergens: ‘schadelijk voor jonge kinderen’. Je moet alleen wel hulp nodig hebben, want je bent doodziek van de zonde.
Je hebt net een Hebreeuws woord gelezen. Hallelujah betekent: ‘Looft Hem’. Loven is prijzen. Groot van iemand spreken. De dichter wil God loven. Hij wil met al zijn tien vingers niet wijzen naar zichzelf om te vertellen hoe goed en knap hij is, maar naar God. Dat is een groot wonder, want ons IK vinden we zoals we geboren zijn veel belangrijker. Hij zegt tegen zichzelf: ‘Prijs de HEERE’. Hij wil het zijn hele leven doen. Hij wil voor God psalmen zingen, terwijl Hij er nog is. Deze dichter weet dat hij moet sterven. Dit weet hij niet met zijn hoofd alleen, maar vooral met zijn hart. Weet jij dit ook al? Wat een wonder dat jullie en dat jij er vandaag nog bent! Je bent nog niet weggenomen door de dood. Dat hebben we toch niet verdiend? Dank daarom vandaag de Heere en vraag of je Hem ook groot mag maken, zodat Hij de grootste plaats heeft in je leven.
Door D. Rosbergen