— Handelingen
De prediking van Filippus is in Samaria rijk gezegend. Er gebeurde grote dingen. De hele stad kwam tot bekering. Jarenlang waren ze onder de ban van ene Simon de Tovenaar. Maar nu ze het evangelie van de Heere Jezus hebben gehoord en de tekenen en wonderen zagen die daar bij kwamen konden ze niet anders dan breken met Simon. Ze wierpen het anker der hoop op de Heere Jezus. Ook Simon zelf werd geraakt en kwam onder de indruk van de prediking van Filippus. Hij liet zichzelf zelfs dopen door hem. Ook bleef hij heel dichtbij Filippus. Toch was het geloof van Simon niet oprecht. Hij was meer gefocust op de wonderen die hij deed dan de woorden die hij sprak. Filippus had dat waarschijnlijk niet door. Hij was geen hartekenner. Wie wel, trouwens. Daarom moeten we altijd vragen ‘Zie of bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg’. In ieder geval was het geloof van Simon een wondergeloof. Dat kwam al spoedig openbaar. Petrus en Johannes kwamen naar Samaria. Ze hadden gehoord van de vrucht op Filippus’ prediking. Er ontbrak nog iets. De inwoners van Samaria hadden de gave van de Heilige Geest nog niet gekregen. Dat wil zeggen de gave van tongentaal, profeteren en gezondmaking. Dat gebeurde namelijk in de dagen van de apostelen. Toen Petrus en Johannes de handen opgelegd hadden op de gemeente gebeurde dat wonder. Simon zag het. Hij bood geld aan om ook met handoplegging iets dergelijks te doen. Hij zag het als een soort betovering. Dat wilde hij ook graag kunnen. Petrus reageerde: ‘Uw geld zij met u ten verderve’. Filippus zal aanvankelijk bemoedigd zijn geweest dat zo’n booswicht bekeerd werd. Hij moest ook leren dat wij zien wat voor ogen is maar de Heere ziet het hart aan.
Door Ds. M. van Kooten