— Handelingen
Filippus betekent eigenlijk paardenvriend. Of hij dat echt was weten we niet. We weten wel dat hij een vriend en metgezel was van allen die de Heere ootmoedig vrezen. Ook was hij een vriend van de Heere. De Heere Jezus zegt Zelf: ‘Gij zijt mijn vrienden zo gij doet wat Ik u gebied’.
Filippus was diaken maar ook evangelist. We lezen in Handelingen 8:5 dat hij in Samaria kwam en Christus predikte. Hoe kwam hij in Samaria? Dat was een gevolg van de vervolging in Jeruzalem. Een bekend gezegde luidt: Waar de Heere Zijn kerk bouwt, bouwt de duivel een kapel. Zo ging dat in Jeruzalem. De vijandschap tegen de prediking van de Heere Jezus groeide met de dag. Het begon met de gewelddadige dood van zijn medediaken Stefanus. Hij is met stenen doodgegooid. Het was op den duur niet meer houdbaar voor de christenen om in Jeruzalem te blijven. De een na de ander vertrok. We hoeven ons niet nodeloos in gevaar te begeven. Zodoende kwam Filippus in Samaria. Ook daar verkondigde hij het evangelie. Die prediking is niet ongezegend gebleven. Men hield zich eendrachtig aan hetgeen door Filippus werd gezegd. Er werd niet geredeneerd of het allemaal wel waar was en of het wel voor hen was. Er kwam zoveel geloof in mee dat men zich er aan hield. Er werd tenslotte grote blijdschap in die stad. We horen daar wel meer van. Dan is het vaak omdat er een groot feest is, een festival, jaarmarkt, of kermis. Gods kinderen zijn daar niet blij mee. Hier is er blijdschap vanwege de blijde boodschap. Ben je daar ook al blij mee? Of ben je blij met van alles en nog wat maar niet met Christus? Bedenk wel dat de blijdschap van de wereld eens veranderen zal in diepe droefheid.
Door Ds. M. van Kooten