— Handelingen
Het is wat, dat door de prediking van Filippus een hele stad tot bekering kwam. Met uitzondering van Simon de Tovenaar die een huichelaar bleek te zijn. Je zou verwachten dat de Heere deze man wel in zou zetten in een andere stad. Vergeet niet dat niet Filippus de oorzaak was van de bekering. De Heere wilde hem ervoor gebruiken. Pas op om mensen op een voetstuk te zetten. Van allen geldt: ‘Zonder mij kunt gij niets doen’. Filippus gaat niet naar een volgende stad om hetzelfde mee te maken als in Samaria. De engel des Heeren stuurt hem naar een woeste weg. De weg van Jeruzalem naar Gaza. Er was ook een gewone, geplaveide weg. Daar kwam volk voorbij. Nee, de woeste weg, een karrespoor, die sedert de aanleg van de gewone weg nauwelijks gebruikt werd. Wat is dat nu voor opdracht? Wat kun je daar nu voor zegen verspreiden? Dat vraagt Filippus zich niet af. Hij ontvlucht zijn roeping niet zoals Jona. Hij staat op en gaat heen. Naar de woeste weg. In die weg van gehoorzaamheid zal hij tot rijke zegen zijn. Ook wij kunnen in situaties komen waarvan we zeggen: Wat moet ik hier mee? Wat moet ik hier doen? Waar is dit goed voor? Toch kan het tot grote zegen zijn. Voor jezelf en een ander. Filippus mocht daardoor een belangrijke minister van financien uit Ethiopie ontmoeten. Een onmoeting met grote gevolgen. De minister kwam tot bekering. Wat zal dat een zegen zijn geweest voor Ethiopie. Verkeer jij ook op een woeste weg. Door studie of werk? Of moet je een woeste weg gaan, van ziekte of handicap? Wie weet waarom de Heere die weg met je gaat? ‘Houd in je weg het oog op God gericht. Vertrouw op Hem en ‘d uitkomst zal niet falen (Ps.37:3 berijmd)
Door Ds. M. van Kooten