— Handelingen
Wat een vreemde opdracht kreeg Filippus. Van de stad Samaria waar het krioelde van de mensen naar een woeste weg waar geen mens te bekennen was. Wat moet hier een diaken/evanglist? Toch is die opdracht niet vergeefs. Nog maar net is hij op die weg of hij hoort het geluid van een wagen. Hij hoort ook een stem. Het is de stem van een man die leest. Het is de moorman van Candacé, dat in Ethiopie gelegen is. Hij is minister van financien en heeft zojuist een bezoek gebracht aan Jeruzalem. Geen staatsbezoek maar om te aanbidden in de tempel. Deze moorman is een man die het Joodse geloof aanhangt. Hij leest geen financieel verslag of een of ander staatkundig rapport. Ook geen lectuur ter verstrooiing. Hij leest een gedeelte van Gods Woord. De rol van Jesaja. Hij leest hoofdstuk 53 over de lijdende Knecht. Filippus is verrast. De Geest zegt hem voor. Voeg je bij deze wagen. Filippius loopt op de wagen toe en vraagt of de man begrijpt wat hij leest. Die vraag mag ons ook wel gesteld worden. Begrijpend lezen is op de basisschool een belangrijk onderdeel. Begrijp jij altijd wat je leest. Wanneer we een geschrift of bericht niet begrijpen vragen we om uitleg of we houden het voor gezien. Zo is het vaak ook met het lezen van de Bijbel. Bij moeilijkheden in onze financiele paperassen willen we tekst en uitleg maar in Goddelijke zaken laten we het op z’n beloop. De moorman niet. Hij wil tekst en uitleg. En die krijgt hij. Filippus klimt op de wagen en legt uit dat de lijdende Knecht uit Jesaja 53 Jezus is. Onder de uitleg gaat zijn hart open. Hij zag Christus in de Schriften en vertrouwde zich met ziel en lichaam aan Hem toe. Hoe is dat bij jou?
Door Ds. M. van Kooten