En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.
— Psalm 130:8
Het grootste geschenk is verlossing (niet van noden en ellenden, maar) van ongerechtigheden, zonden. Wie helaas geen besef heeft hoeveel zonden hij heeft, zal ook helaas de verlossing van de zonden niet begeren of waarderen. Denk aan Simon de farizeeër, toen die zondige vrouw de voeten van Jezus met haar tranen nat maakte en met haar haren afdroogde en die voeten kuste en zalfde (Lukas 7 vanaf vers 36). Hij had amper zonden; zij had ontelbaar veel zonden. De vergeving was voor hem een kleinigheid; voor haar was Gods vergeving van haar ontelbaar vele zonden een heel groot wonder, waar ze niet over uitgedacht kon raken.
En jij? Hoeveel zonden heb jij? Hoe zwaar wegen ze jou? Hoeveel verdriet heb jij erover?
Hunkert jouw hart naar wat het slot is van Psalm 130: “God zal Zijn volk verlossen van al zijn zonden”?
Je weet wel hoe de berijming van dit vers luidt:
Hij maakt op hun gebeden
Gans Israël eens vrij
Van ongerechtigheden.
Maar als je niet bij ‘Israël’ hoort, net als de Kananese vrouw?
Dan bid je met de laatste regel: Zo doe Hij ook aan mij.
Door Ds. W. Pieters