Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan
— Lukas 24:6a
Christenen, van de vroege Kerk en nu in Rusland, bijvoorbeeld, groeten met Pasen elkaar met de woorden: Christus is opgestaan. Dat heeft wel wat meer te zeggen dan ons gebruikelijke: Goedemorgen. Vind je ook niet?
De dood kon Christus niet vasthouden. Hij kwam door Gods kracht uit het graf. Nog nooit was dat gebeurd en het zal ook nooit meer gebeuren. Het is een volstrekt unieke gebeurtenis. Heerlijk en wonderlijk als je dat mag geloven en zo zicht hebt op je eigen opstanding.
Door deze gebeurtenis komt de kerk langzaam in beweging. Op de eerste Paasmorgen ging het allemaal maar traag. De leerlingen van Christus hadden er veel tijd voor nodig voor het tot hen doordrong. Ze moesten ervan overtuigd worden. Zij moesten Zijn woorden indachtig gemaakt worden of hun ogen moesten geopend worden om Hem te kennen. Het klinkt op velerlei manieren: Christus is opgestaan uit de doden.
Wie gelooft in de opstanding van Christus, gaat zelf wel het graf tegemoet. Tot nu toe, tenminste. We leven toch in zonden en misdaden? We leven van nature in een dikke duisternis. Als we daarin leren God te zoeken, is dat toch niet minder dan de opstanding van Christus? Een Godswonder.
Op de eerste dag van de week, op zondag, is Christus opgestaan. Die van oorsprong heidense naam voor deze dag is gehandhaafd. Waarom? Omdat men er een verwijzing in hoorde naar de Zon der Gerechtigheid, de Heere Jezus Christus, Die is opgestaan en over ons is gaan schijnen. Laten we daarom bidden dat die Zon der Gerechtigheid helder in ons leven mag schijnen.
Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden;
Wil mij voor struikelen bevrijden,
En ga mij met Uw heillicht voor. (Ps.17:3)
Door Kand. W.J. Korving