En neme zijn kruis op, en volge Mij.
— Mattheüs 16:24b
Het volgen van de Heere gaat nooit zonder kruis. Wie Hem vanuit de nood van zonde en schuld heeft nodig en lief gekregen, is daarmee niet automatisch verlost van z’n ziekte of handicap. De noden en zorgen zullen ons dan niet bespaard blijven. ‘Veel wederwaardigheên, veel rampen zijn des vromen lot’, zingen we in Psalm 34. Maar de Heere weet, ook als we een jonge kruisdrager zijn, wat we nodig hebben om dat kruis te kunnen dragen. Er wordt wel eens gezegd: Als de Heere ons een kruis geeft, meet Hij eerst onze schouders op. Hij weet wat we aankunnen en ook wat nodig voor ons is.
In de dagtekst wordt met het kruis vooral bedoeld het lijden wat aan het volgen van Christus verbonden is. Het kruisdragen om Christus’ wil is het gewillig dragen van al de kwalijke gevolgen die het belijden van Zijn Naam en het leven als een ware christen met zich mee kan brengen. De Heere Jezus zegt: ‘Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen.’
Wat kan er een spot en verachting komen van ongelovigen en naamchristenen als je naar al Gods geboden wil leven. Hoe moeilijk is het dan om de voetstappen van Christus na te volgen, Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde. Mag jij door genade jouw kruis, zoals het Doopformulier zegt, vrolijk dragen? Dat kan alleen als we die grote Kruisdrager, Jezus Christus, volgen, ‘Hem aanhangende met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde’.
Mattheüs 16:21-28
Door Ds. J. Joppe