Toen nu Daniël verstond, dat dit schrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan), en hij knielde drie tijden des daags.
— Daniël 6 : 11a
Je zet vast regelmatig je ramen open. Heerlijk, frisse lucht…Dat doet Daniel, de tweede minister in Babel, ook. In zijn mooie villa heeft hij open vensters naar….. Jeruzalem.
Hij heeft heimwee naar de stad van de tempel, naar de plaats waar God woont en genade bewijst aan mensen, die de dood hebben verdiend.
- Open vensters richting Jeruzalem, naar God toe. Dat bepaalt zijn blikrichting. Hij bidt daar, drie keer op een dag.
Anders kan hij niet leven…
Op een andere manier kan hij zijn werk niet goed doen.
Heb jij je ramen open naar de hemel? Of heb jij in die richting een blinde muur? Staan jouw vensters naar alle kanten geopend, behalve richting de hemel? Dat is niet goed voor je! Er moet een verbinding zijn met de hemel. Er dient verse lucht te worden aangevoerd. Anders krijg je ademnood. De vensters beslaan. Het (uit)zicht wordt belemmerd. Het werkt verstikkend. Daniel haalt adem, 3 keer per dag… Ook al knijpen ze hem zijn keel bijna dicht. Hij heeft een heerlijk uitzicht. God tilt hem boven alles uit. En de heerlijkheid van het hemelse Jeruzalem straalt hem toe.
Door Ds. D.W. Tuinier