Maar Paulus daarover ontevreden zijnde, keerde zich om en zeide tot den geest: Ik gebied u in de Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit te zelver ure.
— Handelingen 16: 18
In Filippi was er naast Lydia ook nog een andere vrouw waar de Heere een plan mee had. Een slavin met een waarzeggende geest. Ze bracht met waarzeggen veel geld in het laatje van haar bazen. Maar nu ging ze iets heel waars zeggen. Want ze liep dagen achter Paulus en zijn metgezellen aan, roepend: ‘Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten, die ons den weg der zaligheid verkondigen.’
Dat is wat! Deze vrouw had een helder inzicht in de waarheid. Ze getuigde daar met veel vrijmoedigheid van. Ze geloofde dat deze mannen dienstknechten van God waren, en dat zij de enige weg tot behoud aanwezen. Ze riep erover. Onophoudelijk.
Zover kan het dus komen met jou en mij. We kunnen mensen aansporen om een goede dominee te gaan horen. Want dat is nog eens een echte dienstknecht waar je goed naar kunt luisteren. We kunnen ons gedrongen voelen om zelf het Woord te verkondigen. Om met dat alles de duivel dienen!
Het maakt de duivel geen barst uit hoe je hem dient. Je mag het doen met vrome godsdienst. Je mag het doen door je te laven aan alles wat zondig is. Als je hem maar gehoorzaamt! Van nature zijn we allemaal zulke slaven van de duivel. Dat blijven we ook. Totdat God ingrijpt. Paulus gebood de geest om uit te gaan. ‘En hij ging uit te zelver ure’. Dat was de bekering van de dienstmaagd. Dat is de bekering die jij en ik nodig hebben.
Door L. van der Tang