En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.
— Mattheüs 28: 20
Hoe kunnen de discipelen en alle anderen die uitgezonden zijn of worden ooit dat zendingsbevel van de Heere Jezus nakomen? Nooit in eigen kracht! Maar Christus gaat hen verzekeren van Zijn nabijheid. Hij leidt dat in met de woorden: ‘En zie.’ Als we zulke woorden tegenkomen in de Bijbel moeten we extra opletten, want dan volgt er iets dat al onze aandacht vraagt.
Christus belooft Zijn volgelingen: Ik ben met ulieden al de dagen. Niet alleen in dagen van voorspoed, maar ook in dagen van tegenspoed. Al de dagen, 24 uur per dag, tot Zijn wederkomst. Dan zal Hij zijn alles en in allen. Wat een genade en troost als we met David in Psalm 23 mogen weten: ‘Gij zijt met mij.’
Met Zijn hemelvaart heeft Christus deze belofte niet gebroken. Naar Zijn menselijke natuur is Hij niet meer op de aarde, maar nar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmer meer van ons. En dat is mogelijk omdat Christus waarachtig mens is en waarachtig God. Zijn menselijke natuur is niet meer op de aarde. Met Zijn menselijke ziel en zijn menselijk lichaam is Hij naar de hemel opgevaren. Maar naar Zijn Godheid is Hij nog wel op aarde, want naar Zijn Godheid is Hij alomtegenwoordig.
Tot aan de voleinding der wereld. Zover is het nog niet. Er moeten er nog toegebracht worden. En dan …dan zullen al Zijn kinderen gekocht en gekomen uit alle volken samen het loflied zingen tot eer van God en van het Lam. En dan zal Zijn Naam eeuwig de eer ontvangen. Verlang je daar wel eens naar?
Wie aan deze belofte twijfelt, moet goed luisteren naar het laatste woord: Amen!
Lezen: Mattheüs 28: 16-20
Door Ds. J. Joppe