02 Maart 2021
Gezalfd tot ondergang
Gezalfd tot ondergang

Toen nam Samuël een oliekruik en goot ze uit op zijn hoofd en kuste hem, en zeide: Is het niet alzo, dat de HEERE u tot een voorganger over zijn erfdeel gezalfd heeft?

— 1 Sam. 10: 1

Er zijn weinig levensgeschiedenissen in de Bijbel zo huiveringwekkend als die van Saul. Zijn vader was een dappere held. Er was niemand in Israël zo knap om te zien als Saul. Hij stak met kop en schouders boven de rest uit.

Op zoek naar de ezelinnen van zijn vader gaat hij te rade bij Samuël. Die verwelkomt hem hartelijk. Hij laat hem weten dat hij zich geen zorgen hoeft te maken over de ezelinnen want die zijn al terecht. En hij zegt dan: ‘en wiens zal zijn al het gewenste dat in Israël is? Is het niet van u en van het ganse huis uws vaders?’

Daarover is Saul erg verbaasd. Hij is immers van geringe afkomst. Maar Samuël neemt hem mee, geeft hem een ereplaats aan de maaltijd, spreekt ‘s avonds lang met hem op het dak van zijn huis, en zalft hem de volgende morgen tot koning.

Zo kan het jou en mij vergaan. We kunnen uitmuntende gaven hebben. De Heere kan ons roepen tot een groot werk. Het kan voor iedereen duidelijk zijn dat we daar heel geschikt voor zijn. We kunnen er nederig en bescheiden onder zijn. Gods knechten kunnen ons de handen opleggen. We kunnen nauwe omgang met hen hebben.

En dat kan er allemaal zijn zonder dat er geen  kruimel ware genade van God in ons hart is. Geroepen, om eeuwig verworpen te worden. Gezalfd, om eeuwig ten onder te gaan. O God! Leer mij mijzelf te  kennen! Geef toch dat ik mij niet bedrieg voor de eeuwigheid!  

L. van der Tang

Door L. van der Tang

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl