Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden. Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeën;Laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela. De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten. God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen in het aanbreken van den morgenstond.
— Psalm 46: 1-6
Juist de grote steden zijn vaak het dichtstbevolkt. Dat geldt zeker voor die stad Jeruzalem. Daarvan zegt de Psalmdichter: “en van Sion zal gezegd worden: die en die is daarin geboren” (Ps. 87: 5a). Dat wijst op het grote aantal bewoners. Wij zeggen het ook wel eens, als we ergens zijn geweest: die was er, en die was er, en die was er…. Teveel om op te noemen. Een grote schare!
De grote vraag is: ben jij er ook bij? Wie binnen de stad is, die is behouden. Wie erbuiten staat, die is voor eeuwig verloren. Wie geen inwoner is van deze stad, die zal met de wereld omkomen. Wie slechts als “toerist” door deze stad wandelt, die kan veel moois zien, maar het hoort hem niet toe. Alleen als je “burger” bent van deze stad dan komt het je toe. Dan mag je erin delen. Hoor toch de stem van de Koning van de stad, Die daar staat bij de poort en roept: “gaat in door de enge poort” (Math. 7: 13). De deuren van deze poort staan nog open. Iedereen wordt uitgenodigd naar binnen te gaan. Jij ook! Doe dan niet zo dwaas om door te lopen, want dan valt de eeuwige nacht over je leven. Luister liever naar Zijn stem, Die het jou toeroept: “Ik ben de Deur, indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden” (Joh. 10: 9).
Door Ds. A.C. Uitslag