Als Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden. En de gelovigen, die uit de besnijdenis waren, zovelen als met Petrus gekomen waren, ontzetten zich, dat de gave des Heiligen Geestes ook op de heidenen uitgestort werd.
— Handelingen 10: 36-48
Sinds Pinksteren kent Jeruzalem een internationaal karakter. Deze van origine Joodse stad is nu multicultureel. Allerlei nationaliteiten worden er gevonden. Hier komen ze samen uit alle geslachten, natiën en tongen. Samengebracht door de band der liefde. Samengebonden door de macht van Gods genade.
Het is een bont gezelschap: “Rahab, Babel, de Filistijn, de Tyriër en de Moor” (Psalm 87). Rahab staat voor Egypte: het land waar Israël in slavernij heeft geleefd. De Babyloniërs hoorden ook bij de vijanden van Israël. Ze hebben alles in Jeruzalem afgebroken of in brand gestoken. De Filistijnen zijn de aartsvijand van Israël. Steeds weer zaten ze de Israëlieten dwars. Tyrus was een heidens gebied, waar niets goeds van te zeggen was. Morenland – het land van de Ethiopiërs – gold als het einde van de wereld.
Toch wonen al deze mensen in de stad Gods. Je zou ze er niet verwachten. Het zijn mensen zonder enige verdienste of waardigheid. Mensen, die zelf geen recht hebben. Van zichzelf vijanden van Sion. Maar nu is dit het grote wonder, dat de HEERE hen Zelf inschrijft in dat bevolkingsregister van de stad God (Psalm 87: 6). Zelfs degenen, die buiten de poort met hun wapens klaarstonden, kunnen nog gerekend worden onder de inwoners van de stad van God. Dat kan alleen vanwege Gods welbehagen. Er is in Sion plaats voor vijanden, heidenen, hoeren en tollenaren. Vanuit elke windstreek worden ze getrokken door Woord en Geest. Ook voor jou kan daar dus plaats zijn.
Door Ds. A.C. Uitslag