16 Oktober 2025
Niet meer toornen
Niet meer toornen

“Want dat zal Mij zijn als de wateren Noachs, toen Ik zwoer dat de wateren Noachs niet meer over de aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen dat Ik niet meer op u toornen, noch u schelden zal”

— Jesaja 54:9

In het Oude Testament wordt een aantal keren (vier keer) verwezen naar Noach en de zondvloed. De belangrijkste tekst daarvan is Jesaja 54:9. In de Statenbijbel wordt boven dat hoofdstuk ‘Heilsbeloften voor Sion’ geschreven. De Heere had het volk Israël voor een kleine tijd verlaten en Zijn aangezicht verborgen (vanwege Zijn toorn over de zonde). Dan doet de Heere een belofte: ‘met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen’ en ‘met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij uwer ontfermen, zegt de HEERE, uw Verlosser’. De Heere zet Zijn belofte kracht bij door te verwijzen naar de zondvloed. Het zal zijn als de zondvloed. Op dit wereldwijde oordeel volgde ook een belofte. We lezen in Genesis 9:11 dat de Heere aan Noach en zijn gezin belooft dat het leven op deze wereld nooit meer zal worden uitgeroeid door een wereldwijde zondvloed. Er zullen plaatselijke overstromingen zijn, maar nooit meer zal de hele mensheid daardoor omkomen. Als teken hiervan gaf Hij de regenboog. Zo is het ook met deze belofte aan het volk Israël. De Heere heeft gezworen dat Hij niet meer ‘op u toornen, noch u schelden zal’. Net zo zeker als de belofte in Genesis is, is ook deze belofte in Jesaja. Zijn dit alleen beloften aan Noach en het volk Israël? Gelden ze ook nog voor deze tijd? De kanttekenaren bij de Statenvertaling schrijven dat met ‘u’ in de tekst ‘de uitverkoren kinderen Gods’ worden bedoeld, ‘die de rechte lidmaten der kerk zijn’. Welke belofte geldt voor Gods kinderen? Dat Hij ‘u’ niet ‘geheel zou verstoten en van Mijn genade en gunst ganselijk beroven zou’ en dat Hij ‘u’ niet ‘geheel zou uitroeien’. Wat een wonder van genade voor zondaren!

Jan van Meerten

Door Jan van Meerten

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl