Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen. Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.
— Jakobus 5:7 en 8
Er zijn mensen die negatief doen over rijkdom. Ze vergeten dat de Bijbel ons leert dat God rijken en armen gemaakt heeft (Spr. 22:2). Belangrijk is wel hóé we met rijkdommen omgaan.
Jakobus, een dienstknecht van God en van de Heere Jezus Christus, is een praktische prediker. Hij moet niets hebben van rijke mensen die de rechtvaardigen onderdrukken en zelfs doden (vers 6). Uw rijkdom is verrot, zegt hij kliphard. Iets wat verrot is, vergaat. Zilver en goud dat verroest (vers 3), daalt in waarde. Je hebt er uiteindelijk niets meer aan.
Is dat alles wat Jakobus de twaalf stammen in de verstrooiing (Jak. 1:1) wil meegeven? Nee, vanaf vers 7 is zijn boodschap pastoraal. Hij wijst op de landman, die ook heel veel geduld moet hebben én afhankelijk is van de regen (en zegen) van de HEERE.
Ga lankmoedig (geduldig, verdraagzaam) om met hen die je wellicht vertrappen. Zie op wat de ware christen wacht: de toekomst van onze Heere. Matthew Henry schrijft in zijn prachtige Bijbelverklaring: ‘Het geduld van de christen is niet eenvoudig een bukken voor nooddwang, zoals het geduld van de wijsgeren was. Het is een nederig toestemmen in de wijsheid van God en in Zijn wil, met het oog op de toekomstige beloning.’
Zie je dat álles in het teken van Christus’ tweede komst staat? Laat dat in jouw leven dan óók zo zijn…
Door Ada Schouten-Verrips