“Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid die naar het geloof is”
— Hebreeën 11:7
Deze week hebben we het over de zondvloed. De zondvloed is geschiedenis, verankerd in de tijd, was wereldwijd qua omvang en een rechtvaardig oordeel van God. Er is echter meer over de zondvloed te zeggen. De zondvloed is ook een boodschap van genade. We lezen in Genesis 6:8 dat Noach genade vond in de ogen van de Heere. Door het geloof heeft Noach, na Gods stem te hebben gehoord, zijn toevlucht gezocht tot de ark (tot behoud van zijn gezin). Volgens de Heidelbergse Catechismus is geloof ‘niet alleen een stellig weten of kennis (…) maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt’. Noach had kennis (Godskennis, zelfkennis en Christuskennis), maar ook een vast vertrouwen dat de Heere doet wat Hij gezegd heeft (zowel in de beloften als de bedreigingen). De ark wijst op de Heere Jezus Christus. Daarom wordt Hij ook wel de Ark der Behoudenis genoemd. Noach wist, door het Woord van de Heere, dat hij zonder ark niet behouden kon worden. Gods kind weet, door het Woord van de Heere, dat hij of zij zonder Christus niet behouden kán worden. Noach heeft het Woord van de Heere niet in de wind geslagen, maar is, door het geloof (gewerkt door de Heilige Geest), gaan bouwen aan de ark. Door deze ark heeft hij de wereld veroordeeld. Zij hadden járen een zichtbaar Evangelie, maar hebben ermee gespot of in ieder geval er niet naar geluisterd. We kunnen veel leren van deze geschiedenis: ‘Heden, zo gij (=jij) Zijn stem hoort, verhardt uw hart niet’ zoals de mensen van de Eerste Wereld, ‘maar laat u leiden’
Door Jan van Meerten