Ik zal hem zien, maar nu niet; ik zal hem aanschouwen, maar niet nabij. Er zal een ster voortkomen uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren.
— Numeri 24: 10-25
Het volk is aangekomen bij het Beloofde Land. De reis is bijna ten einde en heeft zijn tenten opgeslagen aan de Jordaan, tegenover Jericho, in de velden van Moab.
Het heeft de koningen van Sihon en Og verslagen en hun gebied in bezit genomen, En nu wacht het op Gods teken om de Jordaan over te steken en het Beloofde Land in te nemen
Maar de satan zit niet stil en probeert de intocht te verhinderen. De koning van Moab laat Bileam komen, een magiër uit het oosten, om Israël te vervloeken. Maar de HEERE lacht om deze poging van de koning van Moab. In plaats van vloek kan Bileam alleen maar zegenende woorden spreken over Gods volk. En als de koning de ziener het zwijgen probeert op te leggen, kan hij alleen maar doorgeen met spreken. Gods Geest doet hem spreken en te openbaren wat de toekomst zal zijn voor Israël en al zijn vijanden.
Uit Israël zal een koningschap voortkomen, dat al de naburige volken tot onderwerping zal dwingen. Uiteindelijk gaat God zijn Koning, dat is Gods Zoon, stellen over Sion en Hij lacht om het woelen van de volken om dat te verhinderen. Hij lacht er niet alleen om, Hij wordt ook boos en verschrikt hen. Hij brengt door Zijn Koning Zijn oordeel over eenieder die zich tegen diens heerschappij zich blijft verzetten. Ben je met Gods volk onderweg naar de komst van deze Koning?
Gods werk gaat door en kan door niet sen niemand verhinderd worden. De ster gaat op uit Jakob. Gods Zoon zal komen in de stal van Bethlehem. En zoals Hij is opgevaren naar de Hemel op de wolken, zo zal Hij weerkomen op de wolken om dan te oordelen de levenden en de doden.
Dat zal ook door het ongeloof niet verhinderd worden. Maar de zegen daarvan is voor hen die in geloof een onderdaan van deze Koning zijn geworden en Hem daarvoor hulde bewijzen.
Daarom: Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne (Ps.2:12)
Zingen: Psalm 2:4
Door Kand. W.J. Korving