Neem op de som van de gehele vergadering der kinderen Israels, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen, in het getal der namen, van al wat mannelijk is, hoofd voor hoofd.
— Numeri 1: 1-3
We willen deze week nadenken over de reis van het volk Israël door de woestijn, zoals we lezen in het Bijbelboek Numeri. Numeri, wil zeggen: getallen of tellingen. De Hebreeuwse naam voor dit vierde Bijbelboek luidt: In de Woestijn. De reis van het volk Israël door de woestijn naar het Beloofde Land. Vooraf aan deze reis vindt er een volkstelling plaats en eveneens vooraf aan het binnengaan van het land Kanaän vindt er een telling plaats. De getallen in dit Bijbelboek zijn dus wel belangrijk!
Maar, eerst houdt de HEERE een wapeninspectie. Daar begint het boek Numeri mee, want er zal straks gestreden moeten worden. En toch staat dit militaire aspect niet op zichzelf. Je kunt je afvragen wat staat trouwens wél op zichzelf in het leven van Gods volk? Niet alleen Mozes, maar ook Aaron, de hogepriester (!) moet de telling organiseren. Want zowel Israels soldaten, als de priesters en Levieten zijn geroepen tot de dienst aan de HEERE.
Zo marcheert Israël straks van de Sinaï naar het Beloofde Land. Geroepen tot de dienst. Zie je gaan, hoe vrolijk de stammen opgaan, met de HEERE in hun midden? Er zal gestreden moeten worden, toen en nu. Dat is de goede strijd van het geloof tegen de zonde, de duivel en heel zijn rijk. Dat is de roeping van héél de vergadering van Gods volk. Van allen die het merk- en veldteken van Christus dragen. Alleen, als dadelijk in hoofdstuk 26 het volk weer geteld wordt, blijken al die nu geteld waren te zijn omgekomen in de woestijn!
Ze zijn neergeveld vanwege hun óngeloof. Wie door de HEERE tot Zijn dienst wordt geroepen, draagt dus een grote verantwoordelijkheid.
Zingen: Psalm 95:3
Door Kand. W.J. Korving