Wandelt met wijsheid bij degenen die buiten zijn ...
— Kolossenzen 4: 5a
Wie zijn dat, die buiten zijn? De kanttekeningen zeggen dat het zijn 'die nog vreemd zijn van het geloof, of de gemeente Gods, die het huis Gods is.' (KT 9). Dat kunnen wij zelf zijn! Ieder die nog onbekeerd is, behoort tot degenen die buiten zijn. De uiterste konsekwentie hiervan beschrijft Johannes op de laatste bladzijde van de Bijbel. 'Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk die de leugen liefheeft en doet.' (Openbaringen 22: 15). Wie de hand houdt aan deze zonden, plaatst zich buiten het Koninkrijk. Die behoort tot degenen die buiten zijn.
Maar ook zij die door genade ware wijsheid geleerd hebben, wandelen toch niet altijd met evenveel wijsheid bij degenen die buiten zijn. Dat blijkt uit deze aansporing van Paulus aan het adres van de Kolossenzen. Die is kennelijk nodig.
Wat is dan wandelen met wijsheid? Opnieuw zijn de kanttekeningen behulpzaam. 'Wijsheid, dat is wijselijk, voorzichtiglijk, dat is, alzo dat gij uzelven zonder nood in geen gevaar brengt, en dat gij hun zonden, afgoderijen of valse leringen niet toegeeft, maar hen bij elke gelegenheid zoekt te winnen.' (KT 8).
Het bevat dus drie elementen. Allereerst voorzichtigheid, zichzelf niet nodeloos in gevaar begeven. Daarnaast compromisloos, wanneer het gaat om zonden, afgoderij of valse leer. En tot slot, innemend, iedere gelegenheid te baat nemend om anderen te winnen voor Christus. Getuigt onze levenswandel van zo'n wandelen met wijsheid?
Door L. van der Tang