Doch de HEERE zeide tot Mozes: Zou dan des HEEREN hand verkort zijn? Gij zult nu zien, of Mijn woord u wedervaren zal, of niet.
— Numeri 11: 23
De reis van Israël door de woestijn is, aan de ene kant, aaneenschakeling van God wonderen, Die voor Zijn volk zorgt in meest bizarre omstandigheden. Maar deze reis is, aan de ander kant, ook een aaneenschakeling van gemopper, van opstandigheid en ondankbaarheid van dat volk.
Denk je eens in. Israël klaagt over het eten, over het manna, dat het brood van de engelen is, zegt Ps.78 vers 25. Dagelijks geeft de Heere dit voedsel aan Zijn volk. Maar dat volk ziet Gods goede zorg niet meer. Het veracht zelfs Gods verlossingswerk en wenst weer terug te gaan naar Egypte. En Mozes kan dat gemopper en gejammer van het volk niet meer verdragen. Hij doet zijn beklag bij de HEERE, dat Hij hem een te zware last te dragen geeft.
Zo ontstaat er een dubbele crisis. Niet alleen, en zelfs niet in de eerste plaats op het punt van het voedsel, maar vooral op het punt van leiding dat aan het volk gegeven moet worden. Dat betekent, dat Gods verlossingswerk zelf in een crisis komt. Maar dan grijpt de HEERE in. Hij zal in beide crises voorzien. Mozes krijgt helpers om zijn taak te verlichten. En het volk krijgt vlees te eten, tot het ervan walgt! En als Mozes dan nog twijfelt aan de mogelijkheid daarvan, wijst de HEERE hem scherp terecht en zegt: Zou dan des HEEREN hand verkort zijn?
Mozes zal zien hoe het volk verzadigd zal worden met vlees. Maar, eerst wordt die andere crisis verholpen. Want dat is de oorzaak van het gemopper en geklaag, dat men de hand van de HEERE niet meer ziet in zijn verlossing uit Egypte. Als de HEERE een deel van Zijn Geest legt op de zeventig oudsten die Mozes moeten helpen, beginnen zij allen voor korte tijd te profeteren. We weten niet hoe dat geweest is. Maar, we kunnen er wel zeker van zijn, dat Gods verlossingswerk weer wordt gezien en geprezen. De HEERE grijpt hier in de woestijn vooruit op Pinksteren, om daardoor Zijn werk van Pasen, te verzekeren. Dat de HEERE weer alle lof en dank ontvangt.
Zing je mee?
De HEER is mij tot hulp en sterkte;
Hij is mijn lied, mijn psalmgezang
Zingen: Psalm 118:7
Door Kand. W.J. Korving