Want Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij geherbergd. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen.
Want Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij niet geherbergd. [Ik was] naakt en gij hebt Mij niet gekleed; krank en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht.
— Mattheüs 25:35-36 en 42-43)
‘Wanneer?’ vragen de rechtvaardigen. ‘Wanneer? Wanneer deed ik dat dan?’ ‘Wanneer?’ vragen ook de vervloekten. ‘Wanneer deed ik dat niet? Ik kan het mij echt niet herinneren.’ ‘Hoe dan?’ vraag jij wellicht, ‘Hoe kan ik iets voor Jezus doen?’
We weten allemaal hoe Jezus aan het kruis hing: naakt, hongerig en uitgeput. Dorstig. Hij kan Zijn laatste woorden niet meer spreken zonder dat Zijn tong wordt natgemaakt. Dat is allemaal lang geleden gebeurd. We kunnen onze zonden wel betreuren. Die brachten Hem daar. Maar we kunnen Hem niet meer helpen.
Dat is ook niet nodig. De Heere Jezus bedoelt iets anders. Er zijn mensen die Hem navolgen en Zijn werk doen: ze verkondigen het Evangelie. Daarbij ervaren ze allemaal wel iets van Zijn lijden. (Als dat niet zo is, klopt er iets niet.) Jezus vraagt jou om hun lijden te verlichten. Geef hen de liefde die je voor Jezus Zelf voelt. Kijk maar in Mattheüs 10:40. Daar stuurt Jezus Zijn discipelen er op uit en zegt Hij: ‘Wie u ontvangt, ontvangt Mij’ en even later spreekt Hij over hen als ‘kleinen’.
Hoe sta jij tegenover degenen die God naar jou heeft toegestuurd om jou het Evangelie te verkondigen? Verwelkom je zo iemand met open armen? Heb je zulke mensen lief, omwille van Christus? Of blijven ze zich bij jou een vreemdeling voelen? Heb jij je geld niet over voor hun levensonderhoud en hun werk? Besteed je liever geen tijd en energie aan bezigheden voor het Koninkrijk van God?
Jezus heeft het over liefdedaden voor Zijn ‘minste’ broeders en zusters. Voor sommige mensen is het niet moeilijk om respect op te brengen. Maar hoe kijk jij naar de minst boeiende predikanten en de meest onhandige werkers in de gemeente?
Door Ds. W. van Klinken