40 En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u, voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan.
45 Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik u, voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan
— Mattheüs 25:40 en 45
We mogen nog meer doen met deze tekst. Wie zijn, net als Hij, hongerig en dorstig, misschien zelfs naakt, op deze wereld? De armen. Wie zijn, net als Hij, nergens welkom? Vluchtelingen, daklozen, gepeste jongeren en kinderen die zonder liefde opgroeien. Wie lijden, net als Hij, veel pijn? Ze kunnen niet bij activiteiten aanhaken en zijn vaak zo onzichtbaar dat we hen vergeten. Wie zitten gevangen? Als we zelf geen initiatief nemen, zien ze niemand.
Christus Zelf zocht mensen in nood op. Hij is op een speciale manier verbonden aan iedereen die lijdt, want Hij heeft Zelf geleden. Hij heeft de lijdenden veel te bieden: verzoening met God en verlossing van elke nood. En de manier waarop Hij naar hen uitreikt, is via onze liefdedaden. In de Middeleeuwen noemden ze die liefdedaden de zeven werken van barmhartigheid die God rijk beloont. Het begraven van de doden was eraan toegevoegd vanuit het apocriefe boek Tobit. Nog eerder zei de kerkvader Chrysostomus: ‘Wie een gast herbergt, ontvangt Christus’.
Jezus trekt de kring nóg groter als Hij zelfs gebiedt om onze vijanden lief te hebben. Soms is het tijd om het stof van je voeten te kloppen en je te verwijderen. Maar overwin het kwade door het goede.
Wat doe je met de problemen die je bij anderen ziet? Zijn er manieren om hen te hulp te snellen? Kun jij hun lijden verlichten? Dan is het of je Christus Zelf verlichting biedt. Laat het je niet ontmoedigen als je zo weinig kunt. Natúúrlijk is het gebrekkig. Je bent maar een mens.
Maar Christus beloont al een beker koud water die je geeft in Zijn Naam. Wat kan die beker koud water zijn? Wat eten voor een zwerver, een gift via de bank, een vriendelijke glimlach voor een migrant, wat van je tijd voor iemand die zich er niet bij voelt horen, een bezoekje bij iemand die nergens meer komt.
Door Ds. W. van Klinken