HEERE, Gij behoudt mensen en beesten
— Psalm 36:7b
Tegenover het leven van de goddelozen schildert David in Ps. 36 de grote rijkdom van Gods genade. Daarbij wijst hij in vers 6-7 eerst op Gods algemene genade, die Hij bewijst aan alle mensen, ook aan de dieren, en zelfs aan Zijn hele schepping. Sta jij er wel eens bij stil, waarom je elke morgen gezond opstaat? Waarom jij kleding en onderdak krijgt? Waarom er iedere dag genoeg te eten en drinken is?
Waarom de zon opgaat, en waarom het regent? Dat is alles: alléén vanwege Gods algemene genade!
David verwondert zich daarover: ‘HEERE, Gij behoudt mensen en beesten.’ Wat is de HEERE goed! En voor wie? Voor mensen, die afscheid van Hem genomen hebben in het paradijs, en vijanden van Hem geworden zijn. Voor mensen, die Hem dag in dag uit op het hart trappen met onze zonden. Heb jij dit al ontdekt? Dan ga je jezelf met David oneindig verwonderen over de HEERE. Omdat je ziet: ik heb de toorn van God verdiend vanwege al mijn zonden tegen Hem. En tóch geeft Hij mij zóveel zegeningen!
Zo wil de HEERE Zijn algemene genade gebruiken om ons te overtuigen van zonden, en ons gelovig te leren vluchten tot Zijn Zoon. Want alleen wie Hém kent, heeft deel aan Gods zaligmakende genade.
Door Ds. G. Kater