Al de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn veertien geslachten; en van David tot de Babylonische overvoering, zijn veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering tot Christus, zijn veertien geslachten.
Mattheüs 1:17
— Mattheüs 1:1-17
Waarom gaat Mattheüs niet na vers 1 direct door met de Kerstgeschiedenis? Waarom volgen er zoveel namen, ingedeeld in drie groepen van veertien namen? Nu, het getal drie is natuurlijk veelvoorkomend in de Bijbel, waarbij de derde dag vaak het moment is waarop of waarna God ingrijpt. Zo geeft Mattheüs aan: God is aan het werk. En veertien dan? Er zijn twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid zit in het getal zeven (al wordt dat getal hier niet genoemd). Veertien is namelijk twee keer zeven. Als je bedenkt dat zeven het getal van de volheid is en als je bedenkt dat drie keer veertien dus zes keer zeven is, zou je kunnen zeggen: nu komt de zevende keer zeven, nu komt de complete volheid van Gods geschiedenis met Abraham, David en Israël. De tweede mogelijkheid is waarschijnlijker. De Joden voor wie Mattheüs schrijft, spraken en schreven vooral Aramees. En omdat ze in het Aramees geen cijfers hadden, werd er geteld met letters. In ons alfabet zou dan de a de waarde hebben van 1, b de waarde 2 enz. Zo kwam het dat de letters van iemands naam ook cijfers konden zijn die bij elkaar opgeteld een getal vormden dat gelijkstond aan de naam. De waarde van de Aramese naam David is precies veertien. Daarmee zegt Mattheüs: heb je door over wie dit geslachtsregister gaat? Veertien, David! Het is opvallend dat de naam van David daarnaast nog een aantal keer heel nadrukkelijk genoemd wordt. In vers 1 en 17. En als David dan in de stamboom genoemd wordt, staat er heel nadrukkelijk bij ‘David, de koning’. Jezus Christus, met wie God een nieuw begin maakt, Hij is dé grote Zoon van David. Hij is de beloofde Koning. God vervult al Zijn beloften. En daarom geldt ook voor vandaag: vertrouw maar op Zijn Woord want op Hem kun je aan.
Door Ds. P.W.J. van der Toorn