God voortijds veelmaals en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon
— Hebreeën 1:1
Zou jij willen dat God iets tegen jou zei? Gewoon tegen jou, persoonlijk? Hoe zou dat zijn? Wat zou Hij zeggen? En hoe zou je je daarbij voelen?
Zou je het willen? Of maakt de gedachte je bang?
Misschien ben je op zoek naar God, maar merk je niks van Hem. Je twijfelt of je je zoektocht zult opgeven. Of je gaat juist met meer ijver aan de slag. Want je móét God vinden.
Misschien besef je dat er een hogere werkelijkheid is. Je koestert die gevoelens. Misschien blaas je ze wel een beetje op. Maar heb je God werkelijk horen spreken? Denk je dat, of wéét je het?
Of ben jij iemand die God elke dag hoort spreken? Als je de Bijbel opendoet, is er meestal wel iets wat je opvalt. Je pakt het beet, je draait het om en om, en je probeert het de dag door niet meer te vergeten. Want wat is er nu waardevoller dan dat God tot je spreekt?
Hoe je hier ook in staat, de tekst zegt iets heel belangrijks: God heeft tot ons gesproken door de Zoon. "Ons", daar hoor jij bij als je de Bijbel leest. Eerst waren dat de mensen die Jezus meemaakten. Maar die gaven het door, tot jij uiteindelijk van Hem hoorde.
Toen sprak God tot jou persoonlijk. Die eerste keer dat jij de Naam van Jezus hoorde. En alle keren daarna. Luister je? Als je denkt dat God iets tegen je zegt, vraag je dan altijd af wat het te maken heeft met Zijn Zoon. Zo herken je het spreken van God. Zo leer je Hemzelf kennen in al Zijn heerlijkheid.
Door Ds. W. van Klinken