Om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te noemen.
— Hebreeën 2:11
Een rijke miljardair komt een arme zwerver tegen. Hij zegt: "Kom mee. Mijn privévliegtuig staat klaar. We gaan naar mijn villa. Wees mijn broer!"
Ondenkbaar.
De afstand tussen de heilige Zoon van God en de onheilige mens is nog veel groter. Toch overbrugt Hij die kloof. Jezus wordt hier Broeder genoemd. Mens naast andere mensen. Hij vernedert Zich, legt Zijn heerlijkheid af en schaamt Zich niet om naast mensen te staan.
Wij doen vaak het omgekeerde. We proberen boven een ander uit te komen. Belangrijker te worden, uit te blinken, op te vallen. En als dat niet lukt, voelen we ons zo gewoontjes alsof we er niet meer toe doen.
Heb jij gestolen? Zacheüs hoort bij Jezus. Ben je onrein? Maria Magdalena was het ook. Ben je al heel lang ziek en kun je niet meekomen met de rest? Jezus ziet de bloedvloeiende vrouw. Heeft de boze vat op je? Hij ontfermt Zich over de Gadareense bezetene. Heb je je bewust tegen Jezus afgezet? Paulus dient Hem. Heb je gedaan of je Hem niet kende? Petrus wordt door Hem opnieuw aangenomen.
Er is maar één soort mensen voor wie Jezus Zich schaamt. Dat zijn degenen die zich voor Hem schamen. Degenen die Hem niet hoeven, die genoeg hebben aan deze wereld en niet met berouw tot Hem komen.
Nog één ding: laten we ons dus ook niet voor elkaar schamen. Kies niet de mensen uit bij wie je denkt te passen. Aanvaard ieder mens, verbroeder daarmee. Aanvaard zeker iedereen als broeder of zuster die de naam van Jezus belijdt. Hij kiest immers ook het onedele en zwakke uit om zusters en broeders van Hem te zijn.
Door Ds. W. van Klinken