Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
— Galaten 1:8
In de aanhef van de brief heeft Paulus de Heere Jezus in het middelpunt gezet. Dat heeft hij ook gedaan, toen hij in Galatië preekte. Daarom spreekt hij in vers 6 over verwondering. In de tekst van vandaag komt hij tot de kern: buiten Christus is alleen maar vervloeking. De Galaten dreigden zich van Christus los te maken door ook te vertrouwen op eigen werken. Het is een groot en begrijpelijk gevaar dat jouw vertrouwen ook komt te staan op dingen die wij doen. Paulus is heel radicaal: wanneer iemand verkondigt- wie het ook is- dat er buiten de Heere Jezus ook redding is, die is een vervloeking en brengt zijn hoorders onder de vloek. Waarom spreekt Paulus zo heftig? In Galaten 3 zal Paulus laten zien dat de heilige wet van God onder de vloek brengt en de dood van jou eist, omdat jij nooit kunt voldoen aan de volmaakte eisen van deze heilige wet. Daarom is het vertrouwen op eigen krachten de dood. Maar Paulus laat ook zien dat de Heere Jezus onder de vloek heeft willen sterven om juist van vloek te verlossen. Wanneer je gisteren je handen hebt gevouwen en je boze hart aan de Heere Jezus hebt gegeven is dat de uitwerking van het Evangelie. Maar wat gebeurt er, wanneer je luistert naar een boodschap die beweert dat er buiten de Heere Jezus nog iets van onszelf moet komen: dan maken wij ons los van de Heere Jezus, Die de vloek heeft gedragen: en dan blijft alleen de vloek over.
Door Ds. M.W. Muilwijk