En zijt niet ongelovig, maar gelovig
— Johannes 20:27b
De ongelovige Thomas, zo wordt hij genoemd. Maar of dat zo is…? Hoe is het met jou? Geloof of ongeloof, het is een van twee. Ongeloof is er van nature. Ik kan niet geloven van mezelf. Maar als Christus komt, kun je niet niet-geloven. De tien discipelen probeerden Thomas over te halen. Zij hadden de Heere gezien. Daar kon Thomas wel jaloers op worden, maar daar kon hij het zelf niet mee doen. Gelukkig is Thomas de volgende zondag wel naar de kerk gegaan. Let erop: daar openbaart Christus Zich aan hem. Vorige week zondag heeft Christus Thomas wel bewaard voor wanhoop, maar nu wordt Thomas’ geloof weer levend.
Ja, Thomas was een gelovige, die niet kon geloven. En nu gaat Jezus hem helpen en onderwijzen. Pijnlijk, dat wel. Kom maar Thomas, steek je hand maar in Mijn zijde! Wat daalt Jezus laag af. Hij bewilligt Thomas’ voorwaarde. Hij wijst hem op Zijn wonden. Die wonden zijn geslagen, ook voor Thomas! Die wonden getuigen van Christus’ eeuwige liefde voor Thomas. En daarmee worden de banden van ongeloof verbroken. Ja Thomas, jij mocht nog zien en voelen. Maar zalig zijn zij die niet zien en niet voelen en toch geloven. Geloven op het Woord van die God, Die niet liegen kan. Thomas had een God, Die volkomen zalig maakte. Jij ook? Of moet jij ook nog iets doen om zalig te worden?
Door Ds. J. Lohuis