04 November 2023
Een levend of een dood geloof?
Een levend of een dood geloof?

Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd, als hij Izak, zijn zoon, geofferd heeft op het altaar? Ziet gij wel, dat het geloof mede gewrocht heeft met zijn werken, en het geloof volmaakt is geweest uit de werken? En de Schrift is vervuld geworden, die daar zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God genaamd geweest. Ziet gij dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd wordt, en niet alleenlijk uit het geloof? En desgelijks ook Rachab, de hoer, is zij niet uit de werken gerechtvaardigd geweest, als zij de gezondenen heeft ontvangen, en door een anderen weg uitgelaten? Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, alzo is ook het geloof zonder de werken dood. 

— Jakobus 2:21-26

De Heere Jezus geeft in de gelijkenis van het zaad (Matth. 13) duidelijk aan, dat elk geloof nog niet het zaligmakend geloof is. Vaak spreken we van een tijdgeloof, historisch geloof en wonder geloof. In drie van de vier gevallen is er slechts sprake van een tijdgeloof: het duurde maar kort. Denk aan het zaad op de weg, op steenachtige plaatsen, tussen de doorns en de distels. Na verloop van tijd bleek dat het ‘geloof’ geen stand hield. Gelukkig viel er ook zaad in de goede aarde. Dat zaad brengt ook vruchten voort. En Jakobus is ook resoluut: het geloof zonder de werken (zonder vruchten) is een dood geloof.



In vers 14 stelt Jakobus de vraag hoe het kan dat iemand zegt het geloof te hebben, maar heeft de werken/vruchten niet. Het is toch onmogelijk dat dit geloof hem zalig zal maken? Een levend geloof kan ons zalig maken. Weet je waar dat in tot uiting komt? Gehoorzamen aan God, maar ook in liefde tot de naaste en zeker de hulpbehoevende naaste, de naaste die gebrek lijdt. De armen in de gemeente werden niet vergeten. Soms sprak men ook nog over geestelijke zaken en werd een gebed gedaan. Maar bij het weggaan klonk zoiets van: ‘Het beste hoor, we hopen dat je gauw in staat bent om te werken en wat te verdienen om eten en kleding te kopen!’ En dat terwijl de man of vrouw, die deze arme bezocht, goed in staat was om financieel of materieel de nood te lenigen. Niet om luxe of welvaart, maar om de eerste levensbehoeften: eten, drinken en kleding.



Jakobus heeft voor zo’n geloof geen respect, nog erger, hij noemt dit geloof dood. Horen is prima, maar als het ‘doen’ ontbreekt, dan is ons geloof dood! Het blijft bij vrome wensen. Hoe is dat bij jou? Mag je door genade niet alleen een hoorder, maar ook een dader van het geloof zijn? Dat komt uit in liefde tot God en liefde tot je naaste. 

B.S. van Groningen

Door B.S. van Groningen

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl