Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens.
— Lukas 5:8
Petrus moet als discipel van Jezus leren Hem te volgen. Het onderwijs hoe je Jezus moet volgen, ontvangt Petrus van Jezus Zelf. Discipel zijn betekent leerling zijn. Jezus geeft onderwijs in wat zij meemaken in de wonderbare visvangst. Petrus en de anderen die bij hem zijn, hebben al de hele nacht op zee geweest, maar hebben niets gevangen. De netten zijn leeg gebleven. Nu zegt Jezus dat zijn opnieuw moeten gaan vissen. Nu Petrus weet als ervaren visserman dat op het op dit moment van de dag helemaal geen goede timing is om te gaan vissen. Maar hij gehoorzaamt Jezus. Dat is trouwens ook kenmerkend voor een discipel van Jezus: Hem gehoorzamen. Op het woord van Christus werpt hij het net uit. Het is verbazingwekkend. Er is zoveel vis dat er nog een schip nodig is om alle vis aan de kant te brengen. Petrus is zo onder de indruk dat hij zegt: Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens. Hij leert zichzelf kennen: een zondig mens. Jezus is zo groot, machtig en heerlijk dat hij zichzelf ziet als een zondig mens die helemaal niet bij Jezus past. Ja, wie de Heere Jezus leert kennen, leert zichzelf kennen als een zondig mens. Maar zo leert Petrus ook dat Jezus het net vol maakt en voor de vangst zorg. Zo zal het ook gaan wanneer Hij nu vissers van mensen maakt. Jezus zorgt er voor dat het net van Evangelie dat door de discipelen wordt uitgeworpen, vol raakt. Hij zorgt door Zijn Woord en Geest voor de bekering van zondaren. Dat is een les die in het Koninkrijk van God steeds weer geleerd moet worden. Wij kunnen geen zondaren bekeren. Maar Jezus is zo groot en heerlijk dat Hij zondaren trekt en zorgt voor een overvloedige vangst.
Door Ds. H. Polinder