En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en zijt genezen van deze uw kwaal.
— Markus 5: 34
Daar lag die vrouw, aan Jezus’ voeten, als een doodschuldige zondares. Alles had ze verteld. Niets had ze achtergehouden. En nu was het een ogenblik stil. Een ogenblik die een eeuwigheid scheen te duren. En toch was er die liefde tot Hem op de bodem van hart. Wat Hij ook zou zeggen, wat Hij ook zou doen, het was goed.
En dan gebeurt er een onuitsprekelijk wonder. De Heere bevestigt haar geloof als een waar geloof! Het mocht dan geen volmaakt geloof zijn geweest dat haar in stilte van achteren deed naderen, maar toch, het was een waar geloof geweest. Bovendien, Hij zegt: ‘Ga heen in vrede’. Dat was het allergrootste. Had dat er niet gestaan, dan zou de geschiedenis uitgelegd kunnen worden als een opmerkelijk staaltje van wondergeloof. Echter op wondergeloof volgt wel blijdschap, maar geen vrede die alle verstand te boven gaat! Ze ontvangt een zoete vrede. En de genezing van haar kwaal wordt nog bevestigd ook. De genezing zou blijvend zijn.
Als je dit zo leest, zou je dat ook niet willen? Wat een grote weldaad kreeg die naamloze hopeloze vrouw. De Heere is nog steeds Dezelfde. Wat Hij toen deed, doet Hij nog. Hij werkt dat door Zijn Woord en Geest. Daardoor is Hij even wezenlijk in ons midden als toen Hij op aarde was. Snak je naar vrede met God? Deze vrouw laat je zien hoe je die verkrijgt!
Door L. van der Tang