En Simon Petrus antwoordende zeide: Gij zijt de Christus de Zoon van de levende God.
— Mattheus 16:16
Jezus stelt de vraag aan de discipelen: Wie zegt gij dat ik ben? Over Jezus waren toen ook al verschillende meningen en opvattingen. De een dacht dat Hij Johannes de Doper was en weer een ander een van de profeten zoals Jeremia. Maar hoe zien de discipelen Hem? Petrus is degenen die antwoord geeft. Zoals vaker is hij de eerste en ook de woordvoerder van de discipelen. Hij zegt tegen Jezus: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God. Deze belijdenis is niet te danken aan Petrus zelf, aan zijn verstand of zijn inzicht, maar is te danken aan openbaring van God, de Vader in de hemelen is. Het is de Vader die hem in de omgang met Jezus heeft duidelijk gemaakt dat Jezus de Messias is, volgens de Schriften. Deze belijdenis vormt nu het hart van de christelijke kerk. Op deze petra, rots, bouwt Christus Zijn gemeente. Het fundament is Christus Zelf. Tegelijk kunnen we zeggen dat we hier het werk van de drie-enige God zien. De Vader heeft de Zoon gezonden en door de Heilige Geest openbaart Hij aan zondaren Wie Christus is. Ook nu is deze persoonlijke vraag van levensbelang? Wie zeg jij dat Ik ben? Heb jij gezien dat Hij de Christus is, in Wie je eeuwig behoud is? Door de Heilige Schrift wil God ook ons deze openbaring van de Christus geven. De Heilige Geest wil je ogen geven om Hem zo te zien en te kennen. Dan zie je met Petrus dat Hem in alleen de zaligheid is, maar ook heel de zaligheid. Dan ga je Hem belijden en ook van Hem getuigen.
Door Ds. H. Polinder