Deze van Jezus horende, kwam onder de schare van achteren en raakte Zijn kleed aan. Want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, ik zal gezond worden. En terstond is de fontein haars bloeds opgedroogd, en zij gevoelde aan haar lichaam dat zij van die kwaal genezen was.
— Markus 5: 27-29
De naamloze hopeloze vastgelopen vrouw hoort van Jezus. En mét dat ze van Hem hoort krijgt ze geloof! Ze krijgt vast te geloven dat Jezus haar gezond kan maken. En ze gelooft bovendien dat het daarvoor voldoende is als ze Zijn kleed aanraakt. Dat is dus geen klein geloof!
Hoe is dat bij jou? Ben je ervan overtuigd dat je een zondezieke, doodschuldige zondaar bent? Ben je ervan overtuigd dat er alléén bij Jezus genezing is? Is de taal van je hart: ‘Geef mij Jezus, of ik sterf’? Let dan op wat deze vrouw nu gaat doen.
Deze vrouw gaat doen wat ze niet mag doen: als een onreine dringt ze zich door de schare heen. En de manier waarop ze het doet is nogal stiekem: ze nadert Jezus van achteren. Ze wil Hem niet openlijk te voet vallen. Ze schaamt zich er misschien voor om met haar schande openbaar te komen. Daarin is ze niet te prijzen. Maar de Heere wijst er haar tóch niet om af. Ze raakt Zijn kleed aan en voelt direct dat de kwaal genezen is!
Dat is wat jij moet doen én mag doen, zondezieke zondaar! Tot Jezus vluchten, met de bede: ‘Heere, indien Gij wilt Gij kunt mij reinigen.’ Ook al zijn er allerlei obstakels. Deze vrouw moest als een onreine onwaardige door de menigte heendringen. Ga als Esther en zeg: ‘Kom ik om, dan kom ik om’. Smeek, of Hij je de scepter van vrede wil toesteken. En blijf aanhouden, totdat Christus tot je ziel van vrede spreekt. Deze vrouw voelde direct dat ze genezen was. Zo gaat het niet altijd! De Kananese vrouw moest langer wachten. Jezus antwoordde haar aanvankelijk niet één woord. Maar houd dan aan!
Door L. van der Tang