Naar al wat Ik u tot een voorbeeld dezes tabernakels, en een voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult gijlieden dat maken.
— Exodus 25:9
Niet alleen kwam het initiatief voor de tabernakel bij God vandaan en niet bij Mozes of het volk, maar Mozes was ook niet vrij om naar eigen inzicht iets te gaan bouwen wat zou passen bij de wensen van het volk. Nadrukkelijk zegt de HEERE dat de aardse tabernakel inclusief de gebruiksvoorwerpen gebouwd moest worden volgens het voorbeeld wat aan Mozes op de berg werd getoond.
Wat betekent dat? Blader even terug naar Exodus 24 en dan zie je dat de heerlijkheid van God op de Sinaï woonde (vs 16-17). Mozes kreeg het onuitsprekelijk grote voorrecht om in die heerlijkheid van God, Die als een verterend vuur was, binnen te treden. Daar heeft God hem het voorbeeld laten zien van de woonplaats van Zijn eer. Dat is de hemel. En zo moest de tabernakel een afspiegeling zijn van het hemelse heiligdom. Vandaar dat er zoveel symboliek in de tabernakel wordt aangetroffen. De bloemen en engelenfiguren op de gordijnen verwijzen naar het paradijs en de hemel.
Ja maar, hoe kan dat nu: een zondig mensenkind en die verterende heiligheid en heerlijkheid van God? Hoe kan dat samengaan? Het geheim daarvan ligt in de verzoening. Ten diepste wijst de tabernakel naar Christus. In Hem die door Gods verterende heiligheid op Golgotha werd verzengd, biedt God de heerlijkheid van Zijn genade aan. Wie kwam schuilen achter het bloed van Christus, mag naderen tot God en wordt niet verteerd. Integendeel: in dit heiligdom wordt het – wat de tabernakel laat zien – : een hemel op aarde!
Door Ds. H. Korving