Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien; maak mij levend door Uw wegen.
— Psalm 119:37
Zonder God en Zaligmaker ben je levend dood. Door genade de levende God leren kennen, de Vader van de Heere Jezus Christus en op Hem vertrouwen is pas echt leven. Ben je al lévend gemaakt of nog dood in je zonden?
De psalmdichter leeft met God. Ongetwijfeld. Toch bidt hij: ‘Maak mij levend’; nog een keer in vers 40: ‘Maak mij levend door Uw gerechtigheid.’
Als je de HEERE leert kennen en dienen ontdek je steeds meer dat dit niet uit jezelf komt, maar Gods werk is dat nodig blíjft. Dat je steeds kleinere gedachten van jezelf krijgt, maar grotere van de HEERE! Je moet het echt helemaal en levenslang van Hem hebben.
‘Maak mij levend door Uw wegen.’ Heel vaak gaat het in de Psalmen over Gods weg(en) en de weg(en) van Zijn volk en kinderen. Hoe vaak heb je wellicht al gezongen: ‘HEER’, ai maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend.’ De HEERE gaat Zijn weg en het leven met de HEERE is ook een weg.
De eerste christenen werden ‘die van die weg zijn’ genoemd. Christen zijn is de Heere Jezus volgen: in Zijn voetstappen gaan en sprekend op Hem lijken.
Gods wegen zijn Zijn woorden en daden: Wie Hij is en wat Hij doet. Gods weg is de geschiedenis van Zijn volk, de komst en het werk van de Heere Jezus. Hij heeft, als het vleesgeworden Woord, gezegd: Ik ben de Weg. In het kennen van Gods wegen ontdek je wat echt nodig is: dat je levend gemaakt, wedergeboren wordt. En je bidt om bewaring voor alles wat nutteloos of zelfs schadelijk is. Hoe nodig is dan in onze beeldcultuur het dagelijks gebed: ‘Wend mijn ogen af, dat zij geen ijdelheid zien’.
Door Ds. A. den Boer