Gij zult ook een koperen wasvat maken, met zijn koperen voet, om te wassen; en gij zult het zetten tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar, en gij zult water daarin doen.
— Exodus 30:18
Het tweede voorwerp in de voorhof is het koperen wasvat. Het staan tussen het altaar en het heilige. Dat betekent dus, dat wie tot God wil naderen, eerst langs het altaar komt en dan langs het wasvat. Spreekt het altaar van de vergeving van de zonden, het wasvat wijst op de reiniging en de heiliging van ons leven. In die onomkeerbare Bijbelse volgorde.
Het is eerst rechtvaardiging en dan heiliging, niet andersom. Wij worden niet gerechtvaardigd om (of op grond van) onze heiliging, maar wij worden geheiligd na de rechtvaardiging. Het altaar neemt de schuld van de zonde weg, het wasvat reinigt van de smet van de zonde. Het altaar wijst ons op Christus’ bloed, voor de vergeving van de zonden; het wasvat wijst op Christus’ Geest, voor de dagelijkse vernieuwing van ons leven.
Hoe meer we de geestelijke betekenis van de tabernakel verstaan, hoe weer we God leren aanbidden voor alles wat Hij gedaan heeft om een weg van de hemel naar de aarde te banen; om vandaar een weg van de aarde naar de hemel te openen. Ja, daarvoor moest er een tent worden opgericht. Daarvoor moest een werk worden volbracht. Daarvoor moest de Christus komen. Hij heeft onder ons gewoond, getabernakeld zegt Johannes 1:14. Daarvoor ging Zijn weg door kruis en opstanding naar Zijn troon in de hemel. Nu is er een toegang, uit genade. God wil bij Zijn volk wonen, opdat Zijn volk, gekocht met offerbloed, geheiligd door de Geest bij Hem zal wonen. Gij hemel aard en zee vermeld Gods lof!
Door Ds. H. Korving