Maar sommigen van hen zeiden: Hij werpt de duivelen uit door Beëlzebul, de overste van de duivelen
— Lukas 11: 14 – 23
Let jij goed op je taalgebruik? Hoe je spreekt over God en hoe je omgaat met je naaste? Je kunt niet alles zeggen! De Heere Jezus heeft een duivel uitgeworpen. Die man was geheel genezen. Een groot wonder. Maar wat zeggen sommigen? Dat is geen wonder, want Hij doet dat omdat Hij in contact staat met de overste van duivelen: Beëlzebul. Weer een andere naam voor satan. De Heere Jezus geeft een helder antwoord: een koninkrijk dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. Als Ik een handlanger van de satan ben, dan zou Ik toch die duivel niet kunnen uitwerpen? Maar ik werp de duivelen uit door de vinger van God. Ze willen niet erkennen, dat Hij machtiger is dan satan. Op Golgotha heeft Hij satans kop vermorzeld. En op de oordeelsdag zal de overwinning volkomen gezien worden. Nu gaat de satan nog rond als een briesende leeuw. Hij zoekt wie hij zou kunnen verslinden. Als het mogelijk was zelfs de uitverkorenen. Maar gelukkig, Gods kinderen zijn veilig, want de poorten van de hel zullen de gemeente van de Heere niet overweldigen! Luister wat de Heere jou toeroept: ‘Wie met Mij niet is, die is tegen Mij (diabolos=tegenstander, lasteraar); en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.’ Wie leidt jouw leven? De duivel of de Heere Jezus? Zo jij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil- en troostrijk woord; verhard je niet, maar laat je leiden. Daar krijg je nooit berouw van!
Door B.S. van Groningen