Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch hen dienen; ook zult gij naar hun werken niet doen.
— Exodus 23:24
God belooft aan de Israëlieten dat Hij hen in Kanaän zal brengen. Hij belooft goed voor hen te zorgen. En Hij waarschuwt hen in de tekst van vandaag ervoor dat ze niet de goden van dat land moeten gaan vereren. Je zou zeggen dat ze na het spreken van God waar we gisteren over dachten, dit niet nodig zou zijn. Ze hadden Gods majesteit gezien en waren doordrongen van Zijn heiligheid. Aan het bestaan van de Heere God hoefden ze niet te twijfelen. Ze zouden toch wel begrijpen dat die goden van Kanaän geen echte goden waren? Hoe kan een uitgesneden stuk hout of een bewerkt stuk steen nu iets doen?
Toch vindt God het nodig om dit tegen hen te zeggen. Jullie moeten niet voor die dingen buigen! Niet die dingen dienen en vereren. Overbodig dus, zou je zeggen. Helaas leert ons de geschiedenis van dit volk dat het wel degelijk nodig was. Zodra ze in het land Kanaän zijn aangekomen gaat het mis. Hoe zou je dit nu betekenis kunnen geven in deze tijd? Alles wat in de Bijbel staat, heeft betekenis voor ons. Ik denk dat ook wij in deze tijd zo onze goden hebben. Goden die zoveel voor ons betekenen dat we God erdoor vergeten.
Denk in deze vakantieperiode er eens aan dat het de Heere is Die elke dag voor ons zorgt. Dat Hij zorgt voor onze ademhaling als wij slapen. Dat de zon elke dag opgaat. We vinden het allemaal heel vanzelfsprekend en vergeten dat de grote Schepper Zijn schepping elke dag onderhoudt. We zijn druk met vrienden, met werk, met het gezin. Met de toekomst, met de vakantie. Met tuinieren, met een nieuwe school, de aanschaf van een scooter of auto. Noem het maar op.
Al die dingen kunnen ons zo bezetten dat we helemaal vergeten dat vandaag onze laatste dag kan zijn. Dat God ons zo kan oproepen om voor Hem te verschijnen. Al die ‘goden’ lijken zo belangrijk. Nee, we vereren onze goden niet zoals de heidenen hun goden vereerden. Maar al die dingen staan wel als een scherm tussen ons en God in.
Amos zegt namens de Heere: Zoek Mij en leef. (In die volgorde.)
Door Bram van der Horst