En Jezus, gedoopt zijnde
— Mattheüs 3:16
Gisteren zagen we de Heere Jezus ondergaan in het water. Dat betekent dat Hij zal sterven. Wij moeten allemaal sterven, maar ook afsterven. Wat bedoel ik? Nou, oudere mensen hebben weleens dat een lichaamsdeel afsterft. Dat gaat dood, maar niet in één keer. Dat is een heel pijnlijk proces. Zo moeten wij ook de zonden afsterven. Dat is een belangrijk onderdeel van de bekering. Als de Heere je een nieuw hart geeft, wil je ook sterven aan de zonden. Dat betekent dat je een gruwelijke hekel aan de zonde krijgt en die met heel je hart haat, maar ook wil uitroeien. Daar wijst de doop op.
Maar de doop van de Heere Jezus wijst ook nog op iets anders. Op de opstanding van de Heere Jezus. Want Jezus komt ook weer boven water, levend! De Heere Jezus zal niet in het graf blijven, maar Hij zal opstaan. We denken er over na bij Pasen. God wekt Zijn Zoon op. Hij is tevreden met alle ‘gerechtigheid’ die is vervuld (weet je het nog van dinsdag?). Alles is weer goed! Wat een wonder! De Heere Jezus komt Zelf boven water. Hij staat met zijn voeten op de bodem van de Jordaan. Zo is Hij Zelf ook opgestaan. Hij verschijnt aan Zijn discipelen en neemt iets voor hen mee. Weet je wat? Vrede! Als Hij verschijnt, zegt Hij: ‘Vrede zij ulieden.’ Omdat de Heere Jezus is opgestaan, kan Hij leven uitdelen. Levende harten, vlesen harten geven.
Heb jij al een levend hart of ben je nog dood? Jij bent ook gedoopt. Toen heeft God tegen jou gezegd: jij bent onrein! Jij bent hopeloos verloren! Maar ik wil je ‘vrede en leven’ geven! Ik wil je God en je Zaligmaker zijn, maar dan moet je wel voor Mij leven. Dien dan Mij alleen! Smeek de Heere of Hij wil schenken wat Hij beloofd heeft! Want ‘al wat u ontbreekt, schenk Ik, zo gij ’t smeekt, mild en overvloedig’.
Door D. Rosbergen