‘die het geld liefheeft wordt van het geld niet zat; en wie de overvloed liefheeft wordt van het inkomen niet zat. Dit is ook ijdelheid’
— Prediker 5 vers 9
Geld heb je nodig. De één heeft er meer van dan de ander. Rijkdom en armoede is van alle tijden. Job was heel rijk, Lazarus was bedelarm. Rijkdom kan een zegen van de HEERE zijn. Armoede en gebrek kunnen een beproeving zijn. Onder Gods voorzienig bestel zijn er rijke en arme mensen.
Geld is niet het belangrijkste in het leven. Dikwijls zijn materieel rijken geestelijk arm en arme mensen zijn soms schatrijk: rijk in God. Denk maar aan de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus.
Abraham, Job en Salomo waren gezegend rijk. Ze dienden de HEERE ermee. Maar wee ons als we op geld en goed ons hart zetten. ’Die op zijn schat betrouwt en al zijn roem op grote rijkdom bouwt’(Ps. 49) Dan heb je veel, maar nooit genoeg. Geldzucht is een verslaving en maakt je diepongelukkig. Je hebt nooit genoeg, je bent met niets tevreden. Je hebt geen vrede.
Als je goed verdient en het gaat je voor de wind is dat om dankbaar voor te zijn. In deze coronatijd komen velen niet meer rond en zijn ze aangewezen overheidssteun. Dat is een beproeving. Het is ook een les om afhankelijk van de HEERE te zijn. Een onzichtbaar virus kan je zomaar failliet doen gaan. Leven we in voorspoed en overvloed dicht bij God? Hebben wíj het geld en goed (gekregen), of heeft het geld òns? Dan zijn mensen misschien jaloers op je omdat je zoveel bezit, maar zelf ben je diepongelukkig en arm.
Verslinger je niet aan geld en goed, maar geef je hart en leven aan de HEERE. Hij beschikt over alle dingen. Hanna wist het al: de HEERE maakt arm en maakt rijk. Wee ons als we voor ons zelf schatten verzamelen die we toch niet mee kunnen nemen, maar niet rijk zijn in God!
Door Ds. A. den Boer