God dan de tijden der onwetendheid overgezien hebbende, verkondigt nu alle mensen alom dat zij zich bekeren.
— Handelingen 17:30
Paulus wijst hier op het laatste oordeel. Er waren al eerder oordelen van God op aarde, maar straks komt het laatste oordeel. Wanneer? Op een dag … die de Heere bepaald heeft. Wélke dag dat zal zijn, weten we niet. Laten we ook maar niet meedoen aan voorspellingen daarover. Houd er wel rekening mee dat die dag komt. Heel onverwacht! Ben je dan bereid om voor deze Rechter te verschijnen?
Door wie zal dat oordeel worden voltrokken? Door een Man Die Hij daartoe geordineerd heeft. God de Vader heeft het oordeel in de handen van de Zoon gelegd: als een beloning voor Zijn werk als Middelaar. We kunnen ervan op aan dat het gebeuren zal, want Hij (de Vader) heeft Hem (de Zoon) uit de doden opgewekt. Opvallend is nu de reactie: spot en ongeloof. Toch ook geloof: ‘Doch sommige mannen hingen hem aan, en geloofden; onder welke was ook Dionysius, de Areopagiet, en een vrouw, met name Damaris, en anderen met dezelve.’
In het afgodische Athene ontstaat een kleine gemeente. De prediking van Paulus heeft vrucht gedragen. Er is minder vrucht dan in andere plaatsen waar van ‘veel vrucht’ gesproken kan worden, maar ook hier maakt de Heere Zijn woord waar: Mijn woord zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend!
Door D.J. Vogelaar