Het volk dan zond naar Silo en men bracht vandaar de ark des verbonds des Heeren der heirscharen, Die tussen de cherubs woont; en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, waren daar met de ark des verbonds Gods.
— 1 Samuël 4:4
De oorlog breekt uit. Een oorlog tussen Israël en de Filistijnen. Het is niet onverwacht, deze strijd. Door Samuël is het oordeel van de Heere aangekondigd. De Israëlieten weten dat het komt, maar ze bekeren zich niet! Israël lijdt zware verliezen in de strijd: vierduizend doden aan hun kant. De oudsten van Israël komen met het voorstel om de ark ‘in te zetten’: ‘Laat ons van Silo tot ons nemen de ark des verbonds (…) en laat die in het midden van ons komen, opdat zij ons verlosse van de hand van onze vijanden.’ Hun hoop is op de ark gevestigd. De ark is wel een teken van de tegenwoordigheid van de Heere, maar het is de Heere Zelf niet! Dat zal blijken.
De Filistijnen horen het gejuich in het leger van de Israëlieten. Ze horen ook dat de ark in het leger gekomen is. De God van de Israëlieten is in hun midden gekomen, zo denken ze. De goden – ze denken dat Israël ook meer dan een god heeft – die de Egyptenaars geplaagd hebben … Ze trekken de conclusie dat ze wel heel hard zullen moeten strijden om nu niet verslagen te worden. Dan zullen zíj slaven worden van de Israëlieten, zoals het omgekeerde het geval is geweest. Dat nooit! Verbeten strijden de Filistijnen en Israël wordt verpletterend verslagen. Dertigduizend Israëlitische soldaten te voet worden gedood. De ark van God wordt genomen en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, sterven. Het oordeel is gekomen als straf van de Heere over Israëls zonde. Wat denk je: Zou de straf van de Heere over Nederland, dat de Heere zo verlaten heeft, wel kunnen uitblijven? Zoek – nu het nog kan – een veilige Schuilplaats bij de Heere!
Door D.J. Vogelaar