De zaligheid zij onze God … en het Lam
— Openbaring 7:10
Wie roepen daar met grote stemmen? Wie jubelen en zingen daar in alle toonaarden? Wie huppelen daar van zielenvreugd in lange witte klederen? Wie zwaaien daar met palmtakken naar de troon? O, zie je daar een bekende? En ben jij daar zelf ook bij? En zie je daar trouwens ook die jongen of die meid, die zwaar de fout in ging, maar vergeving heeft ontvangen? En die zoon of dochter, die de wereld inging, maar later toch weer naar het vaderhuis terugkeerde? O, kijk eens, het is een bonte stoet, daar in de hemel voor de troon van God en het Lam. Allemaal zondaren, ‘uit alle natie en geslachten en volken en talen’, tot God bekeerd, door Jezus’ bloed gewassen, door lijden geheiligd, en die dóór het sterven het eeuwige leven zijn gaan beërven. En zingen dat ze doen! Ze hebben dan ook veel, heel veel, oneindig veel, om God en het Lam voor te danken en eren. Lees maar in dit hoofdstuk: geen honger meer, geen dorst, geen hitte, geen verdrukking, geen tranen meer. Maar vrede, schaduw, water, rust en vooral: het Lam, hun Leidsman, hun Verlosser, Die Zijn bloed voor hen gaf. Liefde en lof zij het Lam, mijn Heere en mijn God! Zal jij meezingen?
Door Jaco Cabaret