Als Hij dan hun voeten gewassen, en Zijn klederen genomen had, zat Hij wederom aan, en zeide tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb? Gij heet Mij Meester en Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het. Indien dan Ik, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo zijt gij ook schuldig, elkanders voeten te wassen. Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet.
— Johannes 13: 12-15
Elkaars oren wassen’ betekent dat je elkaar eens goed de waarheid zegt. Precies het tegenovergestelde wil de Heere Jezus ons in Johannes 13 leren.
Denk je niet dat het stil is geworden toen de Heere Jezus al de discipelen af ging? Dat hun Meester dit doet! Ze hebben het niet begrepen.
Jezus gaat uitleggen waarom hij dit gedaan heeft. Hij heeft een voorbeeld gegeven. Dat doet de leraar op school ook wel eens als jullie het niet begrijpen. In deze geschiedenis laat Jezus aan ons zien hoe we met elkaar om moeten gaan. De Heere Jezus zegt: ‘Als Ik nu jullie voeten gewassen heb, dan moeten (let op het woordje ‘schuldig’) jullie ook elkaars voeten wassen’. Niet: de één bij de ander. De één rechtop blijven staan en de ander buigen. Jezus zegt: elkaars voeten! Dus dat betekent: buigen voor elkaar. De minste willen zijn. Vind jij dat ook zo moeilijk?
Op school komt het wel eens voor dat je de minste moet zijn. Dat betekent: wat jij wil, naar achteren schuiven en er voor een ander zijn. B.v. om een jongen uit je klas, die eenzaam is, op zaterdagmiddag uit te nodigen bij je te komen eten. Misschien dat je liever met je vrienden weggaat, maar dit dan toch te doen voor hem. Een ander voorbeeld: je weet zeker dat je in je recht staat en je gelijk hebt, maar dan toch liever ‘ongelijk’ hebben, dan op je strepen te blijven staan. Dat is de minste zijn. Dat ligt ons niet. Wij wassen liever elkaars oren. Daar heb je genade voorn nodig. Maar zie hier de Heere Jezus. Kijk eens goed naar dit voorbeeld voor je deze dag begint. En bid of door genade mag lijken op Hem!
Door D. Rosbergen