Toen kwam de HEERE en stelde Zich daar, en riep gelijk de andere malen: Samuël, Samuël. En Samuël zeide: Spreek, want Uw knecht hoort.
— 1 Samuël 3: 10
De HEERE sprak tot de jonge Samuël. Maar Samuël kende Zijn stem niet. Eli moest hem eerst uitleggen dat het de stem van de HEERE was. Pas toen zei hij: ‘Spreek, want Uw knecht hoort.’
Gebeurt dat nog steeds, dat de Heere spreekt tot jonge mensen? Of was Samuël een uitzonderlijk geval? De Heere spreekt nog steeds. Vaker dan je misschien denkt. Ook tot jou. Hij klopt aan de deur van je hart. Gewoonlijk niet een keer, maar vele keren. Soms door indrukken tijdens een preek. Soms door overtuigingen wanneer je gezondigd hebt. Soms door verdrietige verliezen. Soms door pijnlijke tegenslagen.
Maar wij kennen de stem van de HEERE niet. Sterker, we stoppen onze oren toe. We zeggen: ‘Ga weg van mij, want ik heb geen lust aan de kennis van Uw wegen.’ Dat is wat! De Heere staat aan de deur van ons hart en Hij klopt. Hij zegt: ‘indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot Hem inkomen.’ En Hij die dit zegt is de Amen, de trouwe en waarachtige Getuige.
Maar we moeten oren krijgen om te horen wat de Geest zegt. Zijn schapen kennen Zijn stem. Smeek dan de Heere om oren om te horen, ogen om te zien en verstand om op te merken. En zeg: ‘Spreek, want Uw knecht hoort.’
Door L. van der Tang