Want in zes dagen heeft de HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte ten zevenden dage; daarom zegende de HEERE den sabbatdag, en heiligde denzelven.
— Exodus 20:11
De afgelopen twee dagen is er benadrukt dat het belijden van de schepping een geloofszaak is en dat het bestuderen van de schepping primair zal leiden tot verwondering. Vandaag kijken we kort naar theologische argumenten voor een zesdaagse schepping. Het Woord van God is duidelijk: de HEERE schiep hemel en aarde in zes dagen. Op maar liefst vier plaatsen in de Schrift wordt dat weergegeven.
Allereerst natuurlijk in Genesis 1, maar ook in Exodus 20, Exodus 31 én Hebreeën 4. Als we naar de structuur van de dag in Genesis 1 kijken, dan zien we dat zo’n dag een avond en een morgen heeft en een verschil van overdag en ’s nachts kent (licht en donker). Het is dus een duidelijk afgebakende periode, zoals wij dat ook kennen. De dagen hebben bovendien een rangtelwoord: eerste, tweede, derde, etc. De Heere vergelijkt in Exodus 20 (de bekendmaking van Zijn heilige Wet) de scheppingsdagen met de weekindeling van de mens.
Deze werkdagen Gods zijn dus analoog aan menselijke werkdagen. De weekindeling van zeven dagen (zes dagen werken en één dag rusten) is hiermee dus Goddelijk Ontwerp. Deze weekindeling bestond al vóór de Wetgeving op de Sinaï (bijv. Exodus 16) en komt rechtstreeks uit de scheppingsorde (van 6+1 dagen). Natuurlijk is Genesis 1 méér dan een historisch verslag en zijn er opvallende symbolische details te zien en geestelijke lessen uit te trekken. Dat neemt niet weg dat God schiep in zes letterlijke dagen.
Of deze dagen exact 24 uur hebben geduurd, dat kunnen we uit de tekst niet afleiden. Het zal er vermoedelijk dicht in de buurt zitten, anders gaat de vergelijking tussen de scheppingsdagen en onze weekindeling niet op. Geloven we God op Zijn Woord? Dan kunnen we niet anders dan belijden dat de HEERE hemel en aarde in zes dagen heeft geschapen.
Door Jan van Meerten