Dewijl zij het bloed der heiligen, en der profeten vergoten hebben, zo hebt Gij hun ook bloed te drinken gegeven; want zij zijn het waardig.
Openbaring 16:6
— Openbaring 16:1-7
De zeven gouden schalen vol van Gods toorn zijn het antwoord op de gebeden van de heiligen (Openbaring 5:8 en 6:10). Hun bloed was onschuldig vergoten. Zoals dat eens ook gebeurd was met hun Meester, met Jezus Christus. Want wie bij Jezus hoort, deelt in Zijn lijden. Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. ‘Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen’ (Johannes 15:20). Het is bloed dat vergoten werd om het eenvoudige feit dat ze bij Jezus hoorden en Zijn Naam beleden. Hij was hun alles waard, daarom hadden ze hun leven voor Hem over. Hoe is dat bij ons? Als je Zijn liefde kent en weet dat Hij Zijn onschuldig bloed voor mij vergoot, terwijl ik de eeuwige dood heb verdiend, dan kan en wil ik niet anders dan Zijn Naam belijden, koste wat het kost. Maar ondertussen lijkt het er dan op dat de onderdrukkers het toch winnen en ongestraft door kunnen gaan. Johannes mag laten zien dat het onschuldig vergoten bloed eens gewroken zal worden. Gods toorn zal de zonde straffen, zoals Hij eens deed in Egypte. Johannes ziet dat de toorn van God wordt uitgegoten. Voluit treft het alles en iedereen. Was het destijds alleen Egypte, nu de hele aarde: het leven wordt ondraaglijk. Het water (de eerste levensbehoefte) wordt ondrinkbaar (denk aan de eerste plaag in Egypte). Alles vergaat. En dat door eigen schuld. God laat het vergoten bloed op hun eigen hoofd neerkomen. Zo doet de Koning recht aan allen die omwille van Hem onrecht lijden. Hij is rechtvaardig. Gods kinderen zullen hieraan ontkomen. Waarom? Wel, zij zijn gewassen in het onschuldige bloed van het Lam dat reinigt van alle ongerechtigheid. Daarom is er voor hen eeuwig leven. Uit enkel genade.
Door Ds. P.W.J. van der Toorn