— Genesis 12:1-9
‘Echt, dit moet je proberen! Het voelt echt goed en is niet verslavend!’ ‘Nog een drankje, en dan gaan we naar huis, daarna stoppen we écht!’ ‘Spring maar! Pappa vangt je echt op. Kijk maar naar mij, en niet naar het water.’ Zomaar wat voorbeeldzinnen. Luisteren we of luisteren we niet? Wie vertrouwen we, wie geloven we? Vaak is het zo, dat hoe beter we iemand kennen, hoe beter we diegene vertrouwen. Vaak geloof je wat je vader of moeder tegen je zegt, omdat ze al die jaren voor je gezorgd hebben en je veel van hen houdt. Of die ene vriend(in), die altijd voor je klaarstaat; voor diegene zou je als het moet door het vuur gaan! Maar hoe weten we of we iemand kunnen vertrouwen?
In dit gedeelte spreekt God tot Abraham - toen nog Abram. Hij zegt dat Abraham op reis moet gaan, naar een land dat Hij hem wijzen zal. Het staat heel eenvoudig in vers 4: ‘Toen ging Abram op weg, zoals de HEERE tot hem gesproken had.’ Abraham gáát, hij laat zijn vertrouwde omgeving achter. En voor wat? Dat weet hij nog niet. Wat een vertrouwen!
Ons leven is ook een reis. Een reis waarin God soms dingen van ons vraagt, die we helemaal niet willen, of dingen waarvan de toekomst nog onzeker is. En dan moet je weten dat wij veel meer weten dan Abraham over wie God is en wat Hij kan, maar Abraham is hier voor ons een groot voorbeeld. Hij vertrouwde op God! Zoals Corrie ten Boom het zo treffend zei: ‘Wees nooit bang om een onbekende toekomst te leggen in de handen van een bekende God.’ Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken; (Psalm 37:5).
Om over na te denken:
1. Waarom is kennis belangrijk voor vertrouwen?
2. Zou je zendeling worden als God dat van jou zou vragen?
Door Jan Post